
Elke hond is anders, en dat geldt ook voor de vacht. Sommige honden hebben weinig onderhoud nodig, anderen vereisen regelmatige verzorging door een professionele trimmer. Maar hoe vaak is “regelmatig”? In dit artikel leggen we uit hoe vaak je hond idealiter naar het trimsalon gaat – op basis van vachttype, ras en seizoen.
Waarom trimmen belangrijk is
Regelmatig trimmen is niet enkel voor het uiterlijk van je hond. Het helpt:
- klitten en viltvorming voorkomen
- huidproblemen opsporen
- parasieten sneller detecteren
- de vacht gezond en luchtig houden
Hoe vaak per vachttype?
1. Langharige honden (zoals Shih Tzu, Maltezer, Cocker Spaniel)
Om de 6 à 8 weken.
Deze honden zijn gevoelig voor klitten en viltvorming. Regelmatig borstelen én professioneel trimmen is noodzakelijk.
2. Krulvachten (zoals Poedel, Labradoodle, Bichon Frisé)
Om de 6 weken.
Deze vachten groeien constant door. Zonder trimbeurten raken ze snel in de knoop.
3. Ruwharige honden (zoals Teckel ruwhaar, Border Terrier)
Plukken: elke 3 tot 6 maanden.
Ruwharige vachten moeten handmatig geplukt worden. Te veel of te weinig plukken kan leiden tot huidproblemen.
4. Kortharige honden (zoals Beagle, Boxer)
Om de paar maanden of enkel in de rui.
Geen echte trimsessies nodig, maar wel verzorging tijdens de ruiperiode om losse haren te verwijderen.
Speelt het seizoen een rol?
Ja. In de lente en herfst verharen honden meer. Ook in de zomer kiezen baasjes vaker voor een lichtere vacht om oververhitting te voorkomen – al is scheren niet altijd de juiste oplossing.
Samenvatting
Er is geen one-size-fits-all antwoord. Maar één ding is zeker: regelmatig trimmen voorkomt problemen en houdt je hond gezond én comfortabel. Twijfel je? Vraag advies aan een trimmer – die kent jouw hond én zijn vacht het best.
Over de auteur
Woofs ’n Barks is dé online gids voor trimsalons in België en Nederland. Onze missie? Honden én hun baasjes helpen aan een zorgeloze vachtverzorging, van pup tot senior.